Mijn verhaal - Evert

Een echte vakman, zo roemen collega’s Evert. Al 25 jaar is hij de drijvende kracht binnen het bedrijf. Eigenlijk wilde Evert in de reclame. Het is er nooit van gekomen. Volgens zijn collega’s maar goed ook. Dit verhaal is voor zijn 25 jarig jubileum.

 

De Reclamecode

Evert was dol op reclame. Het gaf je duidelijkheid en het maakte het leven overzichtelijk. Hoe wist je anders welke producten en diensten voor jou bestemd zijn?

Minder dol was Evert op de mannen, vrouwen, jongens en meisjes die zich niet aan die reclame hielden. Vrouwen die bijvoorbeeld een suikervrije variant dronken van een bekend colamerk, terwijl het drankje overduidelijk bestemd was, zo duidde de reclame ons, voor de actieve jongeman.

Een normaal mens zou zich daar niet druk over maken. Hooguit een kleine schouderophaling bij het zien van deze doelgroepmisser. Evert was er niet de persoon naar om het daar bij te laten zitten. Evert klom in de pen, pakte de telefoon of bracht hoogstpersoonlijk een bezoek aan het hoofdkantoor.
Zo ook bij de suikervrije cola.

(lacherige stem door intercom) “Pardon, meneer. Begrijp ik het goed. U wilt ons waarschuwen voor een blond meisje in de Utrechtse wijk Overvecht dat, in uw woorden, schaamteloos gebruik maakt van ons No-Sugar-What-So-Ever-drankje?”

(Evert zonder een spoor van twijfel) “Inderdaad”.

(lacherige stem gaat over op een meer zakelijke toon) “Eh, goed. Nou eh, hartelijk dank voor het melden.”

(Evert enigszins zelfingenomen) “Geen dank hoor. Er zijn helaas maar weinig mensen die de moeite nemen een dergelijke affront ten aanzien van een product te melden. Maar u kunt gerust zijn. Ik ben en blijf alert!”

Evert gebruikte graag moeilijke woorden als hij dergelijke misstanden rapporteerde. Affront was zo’n woord. Hij had het ooit gehoord in een discussie tussen twee geleerde meneren.

Everts queeste begon toen hij als kleine jongen de reclame zag waarin een leeftijdgenoot, al pindakaas etend, tot grootse dingen op natuurijs in staat bleek. Toen zijn moeder hem wilde verblijden met een stevig gesmeerde boterham met pindakaas, weigerde Evert resoluut. Hij ambieerde geen bestaan als groots schaatser en dus was de pindakaas niet voor hem bedoeld.

De eerste paar jaar was Evert alleen streng voor zichzelf. Boter tegen hart- en vaatziekten. Evert liet het staan. Hij was tenslotte kerngezond.

Zo ook met de douche-gel die rondborstige dames op het strand van een tropisch eiland in meer dan normale hoeveelheden over hun lichaam lieten stromen. Evert wist dat deze gel bedoeld was voor de meer avontuurlijke types. En avontuurlijk was hij niet. Bovendien had hij geen borsten.

In zijn pubertijd ontdekte Evert dat sommige mensen lak hadden aan de doelgroep van een product. Hij kwam dan ook in actie toen een neger een sprookjespark wilde binnenlopen. In de reclame hadden alleen vrolijke, blanke kindjes met hun even blanke papa en mama vertier in het park. Met ferme pas liep hij naar een in een roodgouden hesje gehesen suppoost.

“Meneer, weet u wel dat die donkere meneer daar, bij de kassa, niet in dit park thuishoort?”

De puistige tiener keek hem enigszins bevreemd aan. “Hoe bedoel je?”

“Nou”, vervolgde Evert zelfverzekerd, “hij is zwart en jullie richten je op gezinnen met een blanke huidskleur.”

Op dat moment greep zijn moeder in. “Evert, zeg niet zulke rare dingen.”

Everts ouders waren wel wat gewend. Maar dit was de eerste keer dat ze zich toch zorgen begonnen te maken.

In het begin was het best grappig. Evert en zijn gekke principes. En eerlijk gezegd, het deed het ook altijd goed op familiefeestjes. Daar waar anderen niet verder kwamen dan de mooie rapportcijfers van hun kinderen, verhaalden zij regelmatig over hoe grappig Evert nu weer uit de hoek gekomen was. Althans, tot hun bezoek aan het Sprookjespark.

Evert moest in therapie. De therapeute was een lijzige dame, ver in de vijftig. Zij wist zeker dat Evert seksueel geremd was. Of hij zich wel eens opgewonden voelde als hij reclame op televisie zag? Evert dacht van niet. Hoewel. Hij wond zich wel op als zijn vader voor de grap een hondenkoekje opat. Papa was geen bouvier, laat staan een hond.

Na een jaar gaf de therapeute het op. Zij vond Evert onverbeterlijk en niet voor rede vatbaar.

Everts ouders waren blij dat de therapie stopte. Ze hadden het idee dat de therapie hem alleen maar fanatieker had gemaakt.

Als Evert zich maar een beetje inhield over die negers, was er misschien toch mee te leven. Na rijp beraad beloofde Evert plechtig geen commentaar te leveren als een donkere medemens het waagde binnen te dringen in een niet voor hem bestemde doelgroep.

Voor zijn ouders was daarmee de kous af. Zoonlief kon er weer lustig op los corrigeren.

Maar Evert wilde meer. Op zijn dertigste verjaardag wist hij wat. Een website. Evertsreclamecode.nl.

Hier kon hij zijn boodschap wereldwijd uitdragen en de mensheid loodsen naar de producten en diensten die voor hem of haar bedoeld waren. Nooit meer hoefde hij bedrijven en organisaties te waarschuwen voor doelgroeppiraten.

Evert wist het zeker. De wereld zou zich aan zijn reclamecode gaan houden. Maar tot het zover was, deelde hij nog graag een vermaning uit.

 

Waarom niet anderen laten genieten van dit verhaal? Plaats nu deze tweet:
“Uniek verhaal van EGO Schrijverij. Ben benieuwd wat jullie vinden.” (Tweet dit bericht)

 

Nog geen genoeg? Probeer dan ook deze verhalen:

– Patrick

Mark

– Stefan

Obbe

Renate

– Karel

Hoe ziet een EGO Schrijverij-boekje er uit?

Voorbeeld van de binnenzijde.
Voorbeeld van de voorzijde.

Door

Motto:
Ieder mens een mooi verhaal